Onlangs kreeg de CIB-studiedienst van een vastgoedkantoor de volgende vraag voorgeschoteld: is het legitiem om een kandidaat-huurder af te wijzen die een huurovereenkomst voor een hoofdverblijfplaats wenst af te sluiten voor een duur van negen jaar, wetende dat diens verblijfstitel nog slechts enkele maanden geldig is en de betrokkene niet weet of die al dan niet zal worden verlengd? Dit met het oog op het discriminatieverbod. Gelet op de gevoeligheid van de materie heeft de CIB-studiedienst navraag gedaan bij de bevoegde administratie.