De Rechtbank in Luik heeft de Belgische Staat veroordeeld voor het verbod op plaatsbezoeken, in een procedure ingeleid door Federia en CIB Vlaanderen. De beslissing van de rechtbank heeft niet zozeer onmiddellijke praktische gevolgen: op het Overlegcomité van 5 februari werd beslist dat de vastgoedkantoren opnieuw geïnteresseerden persoonlijk mogen begeleiden bij plaatsbezoeken. Sinds 13 februari kan de sector opnieuw volwaardig aan de slag. Net daarom legt de rechtbank geen dwangsom op aan de Belgische Staat: de omstreden regeling is niet meer. Tegelijkertijd onderlijnt het vonnis waarom die regeling onverdedigbaar was. Zo is er een belangrijke precedentswaarde. De Belgische Staat wordt om tal van redenen veroordeeld: het miskennen van het essentieel karakter van vastgoedactiviteiten (in het licht van het grondrecht op huisvesting), de ongelijke behandeling ten opzichte van andere beroepsgroepen en het feit dat vastgoedmakelaars op geen enkele grond als een contactberoep beschouwd mogen worden. Daar ligt het belang van het vonnis: het benadrukt dat een verbod op (begeleide) plaatsbezoeken niet voor herhaling vatbaar is!