Artikel 19, 3° van het registratiewetboek verplicht de registratie van 'akten houdende verhuring, onderverhuring of overdracht van huur van in België gelegen goederen'. In principe moet de registratie binnen de vier maanden na ondertekening van de huurovereenkomst gebeuren en zijn de huurder en verhuurder ondeelbaar verantwoordelijk voor de betaling van het registratierecht en de eventuele boeten. Uitzondering op dit regime zijn de huurovereenkomsten voor onroerende goederen die uitsluitend bestemd zijn voor de huisvesting van een gezin of één persoon.