Via de helpdesk van MyRent Pro kwam de volgende vraag binnen. Een vastgoedkantoor wilde een document ter registratie aanbieden waarin de verhuurder een verlaging van de huurprijs toestaat. Het betrof een addendum bij een handelshuurovereenkomst. Die was initieel reeds geregistreerd, aan het gebruikelijke tarief van 0,2%. Is dat tarief nu ook vereist op de huurkorting? Met andere woorden: zal de huurder registratierechten van 0,2% moeten betalen op de uitgespaarde huur om het addendum te kunnen laten registreren?
Het antwoord op die vraag is uiteraard ‘neen’. De huurder heeft immers bij de initiële registratie van het handelshuurcontract reeds registratierechten betaald op het geheel van de huurprijs die toen was bedongen. Als nu ook op de uitgespaarde huur registratierechten betaald zouden moeten worden, wordt de huurder de facto twee maal belast op hetzelfde bedrag. Dat is in strijd met het fiscale ‘on bis in idem’-beginsel.
Dus: de registratie van een addendum met een huurkorting kan aan het basistarief van €50, in plaats van 0,2%. Een huurkorting wordt gezien als een ‘kleine modificatie’ van het contract, gelijkaardig aan de toevoeging van een clausule aan het huurcontract (bvb. over het weren van huisdieren). Dergelijke kleine modificaties gebeuren aan het vast recht van €50.
Indien de huurprijs wordt verhoogd of de duurtijd van het contract wordt verlengd via een addendum is het anders. Dan is wel 0,2% verschuldigd.
Hoe kan je dit bij de registratie correct laten berekenen?
De FOD Financiën raadt aan om bij de registratie in MyRent Pro de checkbox ‘BTW’ aan te vinken. Dat zorgt ervoor dat het vast recht aangerekend zal worden. In feite gaat het hier wel om een oneigenlijk gebruik van deze checkbox. Daarom vraagt de FOD om aanvullend in het veld ‘Opmerkingen’ te vermelden dat de checkbox BTW is aangeduid om het vast recht van toepassing te laten zijn, aangezien het gaat om een addendum betreffende een huurkorting/verlaging van de huur.
