CIB Vlaanderen wordt CIB en daar hoort een volledig nieuw kleedje bij. Klik hier voor meer info.

Meer dan helft Vlaamse woningen kreeg vorig jaar EPC-label A, B of C

Nieuws 8 mei 2023
Detail page

57,3 % van de woningen in Vlaanderen kreeg in 2022 een EPC-label A, B of C. Dat blijkt uit cijfers van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA). Enkel voor deze woningen mag nog een volledige indexering van de huurprijs worden toegepast. Ze hebben een energiescore van 300 of minder, wat lager is dan het Vlaamse gemiddelde van 342.

Een energieprestatiecertificaat (EPC) is verplicht bij verkoop of verhuur. Het geeft de energiescore van een woning. Dat is een theoretische waarde voor het energieverbruik van de woning, uitgedrukt als kilowattuur (kWh) per vierkante meter per jaar. De energiescore wordt berekend op basis van allerhande gegevens over de woning zoals de oppervlakte, het volume, de aanwezige isolatie, de verwarmingsinstallatie, de ramen… Als er voor bepaalde onderdelen geen gegevens bekend zijn, en ze kunnen ter plaatse niet worden vastgesteld, worden standaardwaarden gebruikt op basis van het bouw- of renovatiejaar.

Het EPC vermeldt ook een energielabel of EPC-label, dat wordt bepaald op basis van de energiescore: A+ (=<0), A (1-100), B (101-200), C (201-300), D (301-400), E (401-500) of F (>=501). Er zijn niet alleen EPC’s voor residentiële eenheden (appartementen, eengezinswoningen, collectieve woongebouwen), maar ook voor gemeenschappelijke delen en voor niet-residentiële bestemmingen (handelspand, horeca, kantoor, logement, andere). 

In deze cijfers worden enkel de residentiële bestemmingen opgenomen.

Steden hebben gemiddeld een lagere energiescore

Het aandeel woningen met EPC-label A, B of C ligt vooral hoog in de steden en stedelijke gebieden. Dat zien we ook op onderstaande kaart, die de gemiddelde energiescore geeft van alle woningen waarvoor in 2022 een EPC werd opgemaakt. Antwerpen en randgemeenten, Gent, Leuven, Hasselt, Turnhout, de kust en enkele randgemeenten van Brussel hebben de laagste energiescore, en hebben dus een laag energieverbruik per vierkante meter. Omgekeerd vinden we hoge energiescores in meer landelijke gebieden zoals Haspengouw, het Hageland, de Zuiderkempen, het Pajottenland, de Vlaamse Ardennen, het Meetjesland, de Westhoek en de streek rond Tielt.



Verschillende woningtypes, verschillend aandeel huurders

Steden hebben relatief meer appartementen en woningen in gesloten bebouwing, en deze hebben gemiddeld een lagere EPC-score. Dat is meteen een belangrijke reden voor de gemiddeld lagere energiescores in deze gebieden. Landelijke gebieden hebben relatief veel vrijstaande eengezinswoningen, en deze hebben gemiddeld net een hoge EPC-score. Dat zien we op de volgende grafiek voor heel Vlaanderen, die voor de verschillende woningtypes de EPC-score weergeeft over de jaren heen. De gemiddeld hoogste score is er telkens voor vrijstaande eengezinswoningen en vervolgens voor halfopen eengezinswoningen. De laagste score is steeds voor appartementen. Gesloten eengezinswoningen scoren gemiddeld.



Voor alle woningtypes gaan de cijfers in dalende lijn. Woningen worden gemiddeld dus energiezuiniger. Het is wel opvallend dat de scores de laatste twee jaar terug wat omhoog gaan. In 2021 en 2022 werden er echter veel meer EPC’s opgemaakt dan voorheen. Tussen 2013 en 2020 schommelde het aantal opgemaakte EPC’s tussen 80.000 en 92.500 in heel Vlaanderen, om in 2021 te stijgen naar meer dan 116.000 en in 2022 zelfs naar meer dan 166.000. Dit heeft onder meer met regelgeving te maken. Zo is het bij verkoop sinds 2022 verplicht om een EPC te hebben van 2019 of later. In 2019 werd het EPC immers uitgebreid: sindsdien is het energielabel expliciet opgenomen, en bevat het een voorstel van energiebesparende aanpassingen (met geraamde kost en besparing). Sowieso is een EPC maar 10 jaar geldig, en moet het daarna opnieuw worden opgemaakt bij verkoop of verhuur.

In de steden en stedelijke gebieden is ook het aandeel huurwoningen groter, en ook die hebben een lagere energiescore dan woningen in verkoop. Dat zien we op onderstaande figuur. Ook hier zien we een dalende lijn, met een lichte stijging de laatste twee jaren. Het verschil tussen huurwoningen en koopwoningen, en de dalende trend, bestaat ook voor de verschillende woningtypes apart.



Beleidsmaatregelen

Zoals eerder vermeld, kreeg 57,3% van de woningen in 2022 een EPC-label A, B of C. Zij mogen dus een volledige indexering van de huurprijs doorvoeren. Niet al deze woningen worden echter verhuurd. Wanneer we enkel naar de EPC’s kijken die opgemaakt zijn met het oog op verhuur, komen we aan 72,7% van de woningen met een energielabel A, B of C. Er zijn wel grote verschillen naar woningtype: voor appartementen is dat 80,0%, voor gesloten eengezinswoningen 68,5%, voor halfopen eengezinswoningen 51,3% en voor vrijstaande eengezinswoningen 41,0%. Dit cijfer varieert van minder dan 40% in enkele West-Vlaamse gemeenten (Wachtebeke, Koekelare, Ichtegem), tot meer dan 85% in een aantal gemeenten van de Antwerpse rand (Kontich, Aartselaar, Schelle, Boechout, Borsbeek).

Een andere beleidsmaatregel die gebruik maakt van de EPC-score heeft betrekking op de koopmarkt: wanneer een woning wordt verkocht met EPC-label E of F (dat komt overeen met een energiescore van meer dan 400), moet deze binnen vijf jaar worden gerenoveerd tot minstens energielabel D. 27,7% van de woningen heeft een energielabel E of F. Niet alle EPC’s worden echter opgemaakt voor verkoop. Enkel voor woningen in verkoop gaat het om 33,8% (14,0% voor appartementen, 35,2% voor gesloten eengezinswoningen, 48,8% voor halfopen eengezinswoningen en 49,3% voor vrijstaande eengezinswoningen). Deze waarden variëren van minder dan 20% in sommige kustgemeenten (Knokke-Heist, Nieuwpoort, Blankenberge) en gemeenten in de Antwerpse agglomeratie (Edegem, Borsbeek, Antwerpen), tot meer dan 60% in enkele Hagelandse gemeenten (Geetbets, Linter, Zoutleeuw).

Deze verschillen hebben te maken met verschillen in woningtype, maar ook andere factoren spelen een rol, zoals de ouderdom van het woningbestand en het gemiddeld inkomen in een gemeente. Dat laatste laat meer investeringen in energiebesparende maatregelen toe.

Een extrapolatie naar alle woningen

EPC-scores zijn maar beschikbaar voor een deel van het woningbestand. Er is doorgaans geen EPC opgemaakt voor woningen die niet verhuurd of verkocht werden en die gebouwd zijn voor 2006. Sindsdien is bij nieuwbouw een verslag ‘Energieprestatie en Binnenklimaat’ (EPB) verplicht en dit omvat ook een energiescore. Het aandeel woningen met een EPC-score (inclusief EPC-scores van meer dan 10 jaar oud) steeg wel van 39,6% in 2019 naar 47,7% in 2022. Op basis van deze woningen kan worden geëxtrapoleerd naar het gehele woningbestand, rekening houdend met het type woning. 

Zo zal het gemiddelde EPC voor appartementen in een gemeente ook toegepast worden op de appartementen zonder EPC in die gemeente. Dezelfde extrapolatie gebeurt voor eengezinswoningen in gesloten, halfopen- en open bebouwing. De volgende kaart geeft het aandeel woningen dat op deze manier een A-, B- of C-label krijgt. Voor het gehele Vlaams Gewest is dat 47,0%. Opvallend zijn de hoge waarden aan de kust en in de steden. Deze hebben immers een groot aandeel appartementen, die gemiddeld een lagere energiescore hebben. Maar ook in de Noorderkempen zien we hoge waarden, wat samenvalt met een groot aandeel recent gebouwde woningen. Ten slotte blijkt het aandeel woningen met een A-, B- of C-label hoog in de gemeenten tussen Leuven en Brussel. Dat valt dan weer samen met gemiddeld hoge inkomens in deze gemeenten, die meer investeringen in energiebesparende maatregelen toelaten.



Wanneer we het effect van het type woning uitzuiveren en alleen kijken naar vrijstaande eengezinswoningen (de meest voorkomende eengezinswoning) zien we een wat ander beeld. Het Vlaams gemiddelde bedraagt nu 31,5%. De kust doet het veel minder goed, evenals een aantal grote steden en randgemeenten. Er zijn wel opvallend hoge waarden in de residentiële gebieden rond de steden. Hier zijn de inkomens gemiddeld het hoogst, en zijn de woningen ook vaak van relatief recente datum. Dat laatste geldt ook voor de Noorderkempen.



Je kan al deze cijfers vinden op provincies.incijfers.be. Ze geven een beeld van het gemiddeld energieverbruik van de woningen waarvoor een EPC werd opgemaakt in een bepaald jaar en geven ook een inschatting van de energiescores van het gehele woningbestand in een gemeente. Met de hoge energieprijzen en de groeiende klimaatproblematiek zijn deze cijfers relevanter dan ooit.

(Bron: Vlaams Energie- en Klimaatagentschap)


Structurele partners

KorfineChecknetACEGSpottoECCAConcordiaCovastLuminusORIS
Asbest Consulting

Nieuwsbrief

Blijf op de hoogte

Deze browser is niet compatibel met CIB. Gebruik een andere browser om onze website te kunnen gebruiken.