Na de invoering van de woningpas in 2018, lanceert de Vlaamse regering nu ook een gebouwenpas. Dat digitale paspoort moet de informatie bundelen over elk gebouw, elke bouwgrond en elke omgeving rond iemands eigendom. De online tool zal ook aanbevelingen doen om de energieprestatie van het gebouw of de eigendom te verbeteren. Dat hebben Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) en Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) vrijdag bekendgemaakt.
Eind 2018 voerde Vlaanderen al de woningpas in, zeg maar het digitaal paspoort voor woningen. Dat paspoort bundelt onder meer alle keuringen, attesten en vergunningen van elk huis. Er waren al langer plannen om het systeem uit te breiden naar andere gebouwen. Die oefening is nu klaar.
Aanbevelingen
De gebouwenpas moet eigenaars of gebruikers van gebouwen in staat stellen alle gebouw-, grond- en omgevingsgebonden informatie online terug te vinden. Het stelt de Vlaamse overheid ook in staat rechtstreeks en eenvoudig te communiceren naar de burger. Net als de woningpas, zal de gebouwenpas daarnaast ook aanbevelingen doen aan de eigenaar om de energieprestatie te verbeteren.
“Als we de Vlaamse klimaatdoelstellingen willen halen en de CO2-uitstoot in Vlaanderen verder naar beneden willen krijgen, dan moet de energieprestatie van onze gebouwen verbeteren”, zegt Vlaams minister van Energie Zuhal Demir. “De gebouwenpas kan daarbij een handig hulpmiddel vormen en eigenaars de weg te wijzen bij het verbeteren van hun energie-efficiëntie.”
Woningkwaliteit
Minister van Wonen Diependaele ziet in de gebouwenpas een mogelijk hefboom om de woningkwaliteit te bewaken. “De gebouwenpas is een handig en geschikt instrument om de Vlamingen te informeren en met hen te communiceren over de minimale kwaliteitseisen voor een (huur)woning. Met deze gebouwenpas krijgt de Vlaming een beeld van de kwaliteit van zijn woning. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de veiligheid van de gasinstallatie, de minimale isolatie, stabiliteit van het gebouw, minimale voorzieningen van sanitair, en ga zo maar verder.”
Bron: Belga