Wonen in de vijf Vlaamse provinciehoofdsteden werd in 2019 een stuk duurder. De prijzen voor appartementen stegen met gemiddeld 3,5 procent tegenover 2018. Die voor woonhuizen namen met 6 procent toe. Daarmee waren de prijsstijgingen voor woonhuizen hoger dan in de rest van Vlaanderen. Dat blijkt uit de tweede barometer over de prijsevolutie voor vastgoed in Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt en Leuven van de Federatie van het Notariaat (Fednot). "In de vijf Vlaamse provinciehoofdsteden blijft de vraag groot. Tegelijkertijd blijft het aanbod stabiel waardoor de prijzen blijven stijgen", zegt notaris Bart van Opstal, woordvoerder van Notaris.be.
Voor een appartement steeg de prijs in Antwerpen, Brugge, Gent, Hasselt en Leuven met gemiddeld 3,5 procent. Dat is iets minder dan in de rest van Vlaanderen (+ 3,8 procent). Maar voor een woonhuis stegen de prijzen tegenover 2018 met 6 procent, tegenover 3,6 procent in de rest van het Vlaamse Gewest. De verzamelde cijfers zijn gebaseerd op alle onderhandse koopovereenkomsten die in 2019 voor huizen en appartementen in de vijf provinciehoofdsteden zijn gesloten en bieden daarom een betrouwbaar beeld.
Een appartement of een woonhuis ligt nog binnen de financiële mogelijkheden van jongere mensen. Ruim drie op de vier kopers in voornoemde steden is jonger dan 50 jaar. Gent en Antwerpen trekken het meest jonge mensen aan. Daar is 80 procent van de kopers jonger dan 50 jaar. Alleen in Brugge is bijna 30 procent van de kopers ouder dan 50.
Kijken we naar de prijzen voor woonhuizen, dan blijft Leuven het duurst. Een woonhuis kostte er vorig jaar gemiddeld 370.236 euro, bijna 100.000 euro meer dan de prijs voor een huis in Hasselt.
De duurste stad voor het kopen van een appartement blijft, zoals in 2018, Gent. Daar betaalde de koper in 2019 gemiddeld 270.781 euro voor een appartement. Antwerpen blijft een stuk goedkoper.
Bron: Fednot
